Buitengewone lasten
De afgelopen jaren is de regeling ten aanzien van aftrekbaarheid van medische kosten en daaraan gerelateerde uitgaven meerdere malen gewijzigd. Dit betrof zowel de soort uitgaven die al dan niet tot aftrek konden leiden als de grens waarboven aftrek daadwerkelijk mogelijk is.
In 2019 is de regeling als volgt.:
Drempel:
Kosten die boven de drempel uitkomen zijn aftrekbaar. Deze drempel bedraagt 1,65% van het zogenaamde drempelinkomen. Dat drempelinkomen bestaat uit inkomen uit werk en woning (box 1), inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) en inkomen uit vermogen (box 3), voor aftrek van persoonsgebonden kosten (bijv. studiekosten, giften, alimentatie etc.). Bij een inkomen, < € 15.478 is de drempel € 266.
De drempel van 1,65% van het drempelinkomen wordt nog verhoogd bij inkomens boven de € 41.407. Over het bedrag dat u meer verdiende wordt de drempel verhoogd met € 678 plus 5,75% van dat meerdere. Om het nog wat ingewikkelder te maken mogen de sommige werkelijke uitgaven soms bij een drempelinkomen onder de E 32.738 met een factor 1.77 (< 65 jr) of 2,13 (>65 jr) worden vermenigvuldigd.
Aftrekbare uitgaven (indien niet vergoed door een verzekering):
Voorgeschreven medicijnen
Medische hulpmiddelen (echter geen brillen)
Noodzakelijke aanpassingen woning
Vervoerskosten
Reiskosten ziekenbezoek (soms)
Voorgeschreven dieetkosten volgens tabel
Kosten artsen, tandartsen en dergelijke
Kosten ziekenhuis
Pedicure, alternatieve genezers etc. alleen bij medische noodzaak en op voorschrift van een erkend arts.
Niet meer aftrekbaar zijn o.a.
verzekeringspremies
kosten awbz instellingen / eigen bijdragen / thuiszorg
uitvaartkosten
huisapotheek
brillen